Passend onderwijs


Ondersteuningsstructuur

De meeste leerlingen in de basisschool komen voldoende tot ontwikkeling met behulp van de basisondersteuning. Een kleine groep leerlingen heeft aanvullende ondersteuning nodig. Het gaat dan om leerlingen die opvallend gedrag vertonen, een ontwikkelingsvoorsprong of een ontwikkelingsachterstand laten zien en/of lichamelijke of sociaal emotionele problemen hebben. De hulpvraag van de leerkracht, hoe om te gaan met deze ondersteuningsbehoeftebehoefte, staat centraal. Het schoolbestuur van CKC Drenthe heeft zowel op schoolniveau als op bovenschools niveau (Expertisecentrum) mogelijkheden gerealiseerd voor het bieden van ondersteuning aan leerlingen, leerkrachten en/of ouders. Hieronder staan deze ondersteuningsniveaus beschreven:

 

Basisondersteuning

  1. In onze school werken betrokken en capabele leerkrachten. Zij zetten zich dagelijks in om de leerlingen zo te ondersteunen dat zij tot ontwikkeling komen. Zij geven instructies op maat, stellen leerlijnen bij, monitoren ontwikkeling o.a. door middel van logboeken en zorgen voor een positief groepsklimaat. Leerkrachten onderhouden contacten met ouders/verzorgers over de vorderingen van hun kind(eren) en in welke mate zij ondersteuning nodig hebben.
  2. Voor leerkrachten is het prettig als er met enige regelmaat iemand meekijkt met de processen in de groep en de ontwikkeling van individuele leerlingen. Vanuit het expertisecentrum (EC) werken we met Meerschoolse Intern Begeleiders (MIB-ers) om deze rol te vervullen. Voor onze school is dat Janita Oortwijn.

MIB-ers zetten zich in om leerkrachten te ondersteunen in de dagelijkse praktijk met leerlingen. Dat doen zij door leerlingenbesprekingen, door te observeren en door te reflecteren met leerkrachten waarbij beeldbegeleiding ingezet kan worden. MIB-ers houden zich daarnaast bezig met de ondersteuningsstructuur op schoolniveau en zijn gesprekspartner voor directies m.b.t. alle aan passend onderwijs gerelateerde onderwerpen. MIB-ers ontmoeten elkaar regelmatig en delen kennis en ervaringen.

  1. De MIB-er kijkt mee en adviseert de leerkracht m.b.t. de ondersteuning aan leerlingen. Soms is de vraag echter zo specifiek dat de MIB-er daarvoor graag wil overleggen met een specialist. Daarvoor kan de MIB-er terecht bij het ExpertiseTeam.

Het ExpertiseTeam bestaat uit specialisten op het gebied van gedrag, orthopedagogiek, ontwikkelingspsychologie en onderwijs. Zij komen regelmatig op de scholen om te sparren met de MIB-er. Om dat goed te kunnen doen komen zij ook in de groepen.

Aan iedere school is een lid van het ExpertiseTeam verbonden. 

 

Aanvullende ondersteuning

Wanneer de basisondersteuning niet het gewenste resultaat oplevert, wordt er gekeken welke aanvullende ondersteuning er geboden kan worden. Wanneer er aanvullende ondersteuning nodig is, wordt u hiervan op de hoogte gebracht.

  1. Inzet van onderwijsassistenten

Iedere school binnen CKC Drenthe heeft een aantal uren een onderwijsassistent van het EC. Daarnaast hebben wij als school ervoor gekozen om structureel extra onderwijsassistenten in te zetten. Op onze school zijn daarom vier onderwijsassistenten werkzaam, verdeeld over de reguliere - en de Taalklas afdeling. Deze uren kunnen we inzetten waar de ondersteuning van leerlingen meer uren vraagt in het klassenmanagement. Onderwijsassistenten kunnen de groep ondersteunen tijdens het zelfstandig werken, zodat de leerkracht tijd heeft om instructie te geven aan individuele of groepjes leerlingen. Onderwijsassistenten kunnen ook individuele of groepjes leerlingen begeleiden.

  1. Inzet van extra middelen

Hiervan is sprake wanneer een leerling specifieke hulp- en/of leermiddelen nodig heeft. Voorbeelden hiervan zijn: een andere rekenmethode dan die de school hanteert, hulpmiddelen om een prikkelarmere werkplek te realiseren of aanpassingen aan het toilet.

  1. Onderzoek door het ExpertiseTeam

Leden van het ExpertiseTeam kunnen gericht onderzoek doen door middel van observaties en/ of toetsen. Het doel van onderzoek is het kunnen optimaliseren van de handelingsadviezen aan de leerkracht. Hiervoor wordt altijd uw toestemming gevraagd. De uitkomst van een onderzoek wordt met ouders/verzorgers gedeeld en besproken.

  1. De MIB-er onderhoudt contacten met de zorgondersteuners van de gemeente. Er is regelmatig contact met maatschappelijk werk en jeugdgezondheidszorg. De MIB-er vormt met hen een ZorgAdviesTeam (ZAT). Wanneer uw kind(eren) besproken wordt in het ZAT wordt u daarvan op de hoogte gebracht.
  2. Wanneer ouders/verzorgers hulp zoeken voor hun kind(eren) werken we graag samen met deze zorgaanbieders. Waar het kan stemmen we handelingswijzen of leerlijnen op elkaar af.

 

Extra ondersteuning

Als blijkt dat de interventies op de basisschool onvoldoende bijdragen aan de ontwikkeling van de leerling, wordt overgegaan tot het bieden van extra ondersteuning. Binnen ons samenwerkingsverband wordt extra ondersteuning geboden op scholen voor speciaal basisonderwijs (SBO) en op scholen voor speciaal onderwijs (SO). Toelating tot het SBO en SO verloopt via een onafhankelijke Commissie van Toelaatbaarheid (CvT).

De toelaatbaarheidsverklaring wordt aangevraagd door het schoolbestuur. In de aanvraag worden de ingezette interventies en de resultaten daarvan beschreven. Het ET schrijft daarop een deskundigenadvies. In dit advies wordt beschreven wat uw kind nodig heeft aan ondersteuning, waarom dat niet in het regulier onderwijs geboden kan worden en er wordt een afweging gemaakt of dat aanbod gevonden kan worden in het SBO of SO. Onderdeel van de aanvraag is uw zienswijze. Daarin beschrijft u hoe u de ontwikkeling van uw kind ziet en wat u vindt dat hij of zij nodig heeft. Soms wordt ook de zienswijze van de beoogde school eraan toegevoegd. Daarin beschrijven zij dan hoe ze denken tegemoet te kunnen komen aan de ondersteuningsbehoefte van uw kind.

De CvT bepaalt of een leerling toelaatbaar is voor het SBO of het SO. Bij een positief advies, ontvangt de leerling een toelaatbaarheidsverklaring en melden ouders/verzorgers hun kind bij de nieuwe school aan.