Passend onderwijs


Ondersteuningsstructuur

De meeste kinderen komen voldoende tot ontwikkeling met behulp van de basisondersteuning. Een kleine groep kinderen heeft aanvullende ondersteuning nodig. Het gaat dan om kinderen die opvallend gedrag vertonen, een ontwikkelingsvoorsprong of een ontwikkelingsachterstand laten zien en/of lichamelijke of sociaal emotionele problemen hebben. De hulpvraag van de professional, hoe om te gaan met deze ondersteuningsbehoeftebehoefte, staat centraal. CKC Drenthe heeft zowel op kindcentrumniveau als op bestuurlijk niveau (ondersteuningsteam) mogelijkheden gerealiseerd voor het bieden van ondersteuning aan leerlingen, leerkrachten en/of ouders. Hieronder staan deze ondersteuningsniveaus beschreven:

 

Basisondersteuning

In onze kindcentrum werken betrokken en capabele professionals. Zij zetten zich dagelijks in om de kinderen zo te ondersteunen dat zij tot ontwikkeling komen. Zij geven instructies op maat, stellen leerlijnen bij, monitoren ontwikkeling en zorgen voor een positief groepsklimaat. Leerkrachten en pedagogisch medewerkers onderhouden contacten met ouders/verzorgers over de vorderingen van hun kind(eren) en in welke mate zij ondersteuning nodig hebben.

Voor onze professionals is het prettig als er met enige regelmaat iemand meekijkt met de processen in de groep en de ontwikkeling van individuele kinderen. Binnen CKC Drenthe werken we daarom met kwaliteitscoördinatoren. Voor ons kindcentrum is dat Janita Oortwijn.

Kwaliteitscoördinatoren zetten zich in om professionals te ondersteunen in de dagelijkse praktijk met kinderen. Dat doen zij door het houden van kind- en groepsbesprekingen, door te observeren en door te reflecteren met de professionals. Kwaliteitscoördinatoren houden zich daarnaast bezig met de ondersteuningsstructuur op kindcentrumniveau en zijn gesprekspartner voor directies m.b.t. alle onderwerpen die raken aan de kwaliteit van opvang en onderwijs. Kwaliteitscoördinatoren ontmoeten elkaar regelmatig en delen kennis en ervaringen.

De kwaliteitscoördinator (KC-er) kijkt mee en adviseert de professionals m.b.t. de ondersteuning van kinderen. Soms is de vraag echter zo specifiek dat de KC-er daarvoor graag wil overleggen met een specialist. Daarvoor kan de KC-er terecht bij het ondersteuningsteam.

Het ondersteuningsteam bestaat uit specialisten op het gebied van gedrag, orthopedagogiek, ontwikkelingspsychologie en onderwijs. Zij komen regelmatig op de kindcentra om te sparren met de KC-er. Om dat goed te kunnen doen komen zij ook in de groepen.

Aan ieder kindcentrum is een lid van het ondersteuningsteam verbonden, voor ons kindcentrum zelfs twee: Miriam Heeroma voor regulier onderwijs en opvang en Philiene Woltmeijer voor de TaalklAssen.

 

Aanvullende ondersteuning

Wanneer de basisondersteuning niet het gewenste resultaat oplevert, wordt er gekeken welke aanvullende ondersteuning er geboden kan worden. Wanneer er aanvullende ondersteuning nodig is, wordt u hiervan op de hoogte gebracht.

Inzet van professionals. We hebben ervoor gekozen om structureel onderwijsassistenten in te zetten binnen het onderwijs. Op ons kindcentrum zijn daarom vier onderwijsassistenten werkzaam, verdeeld over reguliere onderwijs en de TaalklAssen. Deze uren kunnen we inzetten waar de ondersteuning van kinderen meer inzet vraagt in het klassenmanagement. Onderwijsassistenten kunnen de groep ondersteunen tijdens het zelfstandig werken, zodat de leerkracht tijd heeft om instructie te geven aan individuele of groepjes leerlingen. Onderwijsassistenten kunnen ook individuele of groepjes leerlingen begeleiden. 

Inzet van middelen. Hiervan is sprake wanneer een leerling specifieke hulp- en/of leermiddelen nodig heeft. Voorbeelden hiervan zijn: een andere rekenmethode dan die de school hanteert, hulpmiddelen om een prikkelarmere werkplek te realiseren of aanpassingen aan het toilet.

Onderzoek door het ondersteuningsteam. Leden van het ondersteuningsteam kunnen gericht onderzoek doen door middel van onderzoek (observaties en/ of toetsen). Het doel van onderzoek is het kunnen optimaliseren van de handelingsadviezen aan de leerkracht. Hiervoor wordt altijd uw toestemming gevraagd. De uitkomst van een onderzoek wordt met ouders/verzorgers gedeeld en besproken.

Daarnaast onderhoudt de KC-er contacten met de zorgondersteuners van de gemeente. Er is regelmatig contact met maatschappelijk werk en jeugdgezondheidszorg. De KC-er vormt met hen een ZorgAdviesTeam (ZAT). Wanneer uw kind(eren) besproken wordt in het ZAT wordt u daarvan op de hoogte gebracht.

Wanneer ouders/verzorgers hulp zoeken voor hun kind(eren) werken we graag samen met deze zorgaanbieders. Waar het kan stemmen we handelingswijzen of leerlijnen op elkaar af.

 

Extra ondersteuning

Als blijkt dat de interventies onvoldoende bijdragen aan de ontwikkeling van de leerling, wordt overgegaan tot het bieden van extra ondersteuning. Binnen ons samenwerkingsverband wordt extra ondersteuning geboden op scholen voor speciaal basisonderwijs (SBO) en op scholen voor speciaal onderwijs (SO). Toelating tot het SBO en SO verloopt via een onafhankelijke Commissie van Toelaatbaarheid (CvT).

De toelaatbaarheidsverklaring wordt aangevraagd door het schoolbestuur. In de aanvraag worden de ingezette interventies en de resultaten daarvan beschreven. Het ondersteuningsteam schrijft daarop een deskundigenadvies. In dit advies wordt beschreven wat uw kind nodig heeft aan ondersteuning, waarom dat niet in het regulier onderwijs geboden kan worden en wordt er een afweging gemaakt of dat aanbod gevonden kan worden in het SBO of SO. Onderdeel van de aanvraag is uw zienswijze. Daarin beschrijft u hoe u de ontwikkeling van uw kind ziet en wat u vindt dat hij of zij nodig heeft. Soms wordt ook de zienswijze van de beoogde school eraan toegevoegd. Daarin beschrijven zij hoe ze denken tegemoet te kunnen komen aan de ondersteuningsbehoefte van uw kind.

De CvT bepaalt of een leerling toelaatbaar is voor het SBO of het SO. Bij een positief advies, ontvangt de leerling een toelaatbaarheidsverklaring en melden ouders/verzorgers hun kind bij de nieuwe school aan.